De belangrijkste Europese beursgraadmeters zijn donderdag zonder grote uitslagen gesloten. Het grootste nieuws voor beleggers was het bericht dat de inflatie in de eurozone vorige maand is gestegen naar 2 procent. Daarmee voldoet de stijging van het prijspeil voor het eerst in vier jaar aan de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB).
De AEX-index in Amsterdam kwam uiteindelijk 0,3 procent lager uit op 503,79 punten. De MidKap zakte een fractie naar 733,03 punten. De graadmeters in Londen en Parijs stonden tot 0,1 procent in de plus. Frankfurt daalde 0,1 procent.
De inflatie zit sinds eind vorig jaar duidelijk in de lift, na drie jaar waarin de geldontwaarding onafgebroken beperkt bleef tot minder dan 1 procent. De stijging komt voor een groot deel door het herstel van de olieprijs. De ECB heeft eerder aangegeven dat de stijging van de inflatie niet direct voor een beleidswijziging van de centrale bank zal zorgen.
Ahold Delhaize verloor 2,2 procent en was daarmee na de opmars van een dag eerder na de publicatie van jaarcijfers de grootste daler. Industrieel toeleverancier Aalberts Industries was met een winst van 2,4 procent juist de grootste stijger in de AEX.
Randstad
Randstad verloor 1 procent, nadat zijn Zwitserse concurrent Adecco de boeken van 2016 had geopend. ’s Werelds grootste uitzender zag de omzet vorig jaar groeien en werd daarbij vooral geholpen door betere resultaten in Frankrijk, Italië en Duitsland. Beleggers zetten het aandeel Adecco in Zürich desondanks 2,9 procent in de min.
Bij de kleinere fondsen stond Kas Bank in de belangstelling. De effectendienstverlener liet in de tweede jaarhelft een duidelijke verbetering zien, onder meer door kostenbesparingen, en steeg ruim 8,8 procent.
In Zürich dikte farmaceut Roche 6,5 procent aan. Uit onderzoek bleek dat twee middelen van het Zwitserse bedrijf effectief zijn tegen agressieve vormen van borstkanker. Engie kreeg er in Parijs dik 8 procent bij op positieve vooruitzichten voor zijn winst dit jaar.
De prijs van een vat Amerikaanse olie stond 1,7 procent lager op 52,92 dollar. Brent werd ook 1,7 procent goedkoper, bij 55,40 dollar per vat. De euro werd voor 1,0516 dollar verhandeld, tegen 1,0565 dollar bij het slot van de Europese beurzen op woensdag.